Babi pangang met bami

Als klein meisje ging ik eens in de zoveel tijd met mijn vader naar de plaatselijke Chinees om eten te halen. Ik vond dat wel leuk want daar kreeg ik altijd een colaatje aangeboden. Iets wat bij ons alleen tijdens verjaardagen in huis werd gehaald. Ik zie die afhaalplek ook meteen weer voor me. Lange donkere bar, lamellen, een vitrinekast vol met Chinese beeldjes, het luikje waar het eten door werd gegeven en natuurlijk de mand met kroepoek waar iedereen altijd gretig in zat te graaien. Ugh. Terwijl ik daar met mijn colaatje zat te wachten op de slappe friet die ik toch keer op keer bestelde, zag ik altijd hoe het dessert door het barpersoneel werd klaargemaakt. Een bolletje ijs, een schepje vruchtjes uit blik en dan lekker veel slagroom uit een spuitfles. Je kunt het een dessert noemen, ik heb daar alleen hele andere ideeën bij. Ik ben nooit een fan geweest van de Chinese keuken en mijn bestelling was als kind dan ook altijd een portie friet wat ik combineerde met babi pangang en een schep tjap tjoi. In de zes jaar dat ik op mezelf woon heb ik nooit een Chinees recept klaargemaakt en 1 keer Chinees afgehaald. Dat omdat er iemand bij mij bleef eten die echt, heel, heel graag chinees wilde halen.

Een collega triggerde mij om aan de slag te gaan met Chinese recepten die je van scratch af zelf maakt. Met pure en eerlijke ingrediënten. Zodat je weet wat je eet! Dus koos ik voor babi pangang, want dat vond ik altijd al lekker. Deze keer niet met slappe friet, maar gewoon met bami zoals het hoort. Ik ben immers geen klein meisje meer.

Na wat speurwerk heb ik de ingrediënten voor de babi pangang samengesteld en vervolgens 20 keer geproefd en bijgesteld voor deze naar mijn idee goed op smaak was. Omdat mijn mening over het eindresultaat na dit verhaal natuurlijk niet meer geloofwaardig zou zijn stelde ik een smaakpanel samen bestaande uit: een vriendin die mij al sinds ik in de luiers sta kent, en nog steeds wel eens een poging waagt om samen met mij bij de Chinees te gaan eten, en natuurlijk mijn vader die dol is op babi pangang. The babi pangang men! “De man die weet hoe een babi pangang hoort te smaken”. Haha!

Beide vonden het heel erg lekker en van mijn vader kreeg ik zelfs een 10! Misschien kreeg ik een paar puntjes extra omdat ik zijn dochter ben, het heeft in ieder geval goed gesmaakt! En daar gaat het uiteindelijk ook om 🙂

Nu gaan we gauw aan de slag!

Dit heb je nodig
… voor 4 personen

Voor de babi pangang:
4 hamlappen
1 ui, fijngesneden
2 tenen knoflook, gepeld en in stukjes gesneden
vleesbouillon
gembersiroop
ketjap
sambal
vijfkruidenpoeder
korianderpoeder
steranijs
pimentkorrels
gemberpoeder
zonnebloemolie
honing
zout

Voor de saus:
gember
blikje tomatenpuree
gembersiroop
rode wijnazijn
sambal
appelmoes
maizena
peper en zout

Voor de bami
bami nestjes
2 eieren
paar plakken schouderham, in reepjes gesneden
sjalot, fijngesneden
knoflook, fijngehakt
prei, fijngesneden
zonnebloemolie
sesamolie
sherry
boter
peper en zout

eieren, om te koken
kroepoek
zoetzuur

Verhit een scheutje zonnebloemolie in een hoge pan en fruit hierin de ui en knoflook glazig. Voeg vervolgens van de volgende ingrediënten 1 theelepel toe: sambal, honing, 5 kruidenpoeder, korianderpoeder, gemberpoeder, gembersiroop, ketjap en zout. Leg de hamlappen in de pan en roer de kruiden goed door elkaar. Voeg bouillon toe tot de hamlappen onderstaan en gooi er 1 steranijs en 3 pimentkorrels bij.  Breng dit aan de kook en zet het vuur vervolgens laag met de deksel op de pan. Laat 40 minuten sudderen.

Laat het vlees vervolgens afkoelen op een bord. Snijd in dunne plakjes en frituur deze in sessies in een wokpan met een flinke hoeveelheid zonnebloemolie tot de korstjes knapperig worden. Laat aflekken op een bord met keukenpapier.

Voor de saus verwarmen we eerst de tomatenpuree een paar minuutjes in een pan met een dikke bodem. Hierdoor wordt de tomatenpuree iets zoeter en minder wrang van smaak. Doe hier een halve theelepel vijfkruidenpoeder en bruine suiker bij en roer goed door elkaar. Voeg vervolgens 1 theelepel sambal toe en verwarm ook dit even mee. In de tussentijd snijd je een duimlengte gember in grove stukken. Voeg deze toe aan de saus, deze verwijderen we later weer.

Gooi vervolgens 3 eetlepels gembersiroop, 2 eetlepels rode wijnazijn en 1,5 eetlepel appelmoes bij de saus en meng dit goed door elkaar tot een egaal geheel. Voeg 3 eetlepels van de bouillon van het vlees toe en laat zachtjes 10 minuutjes pruttelen. Meng 1 eetlepel maizena met wat water en voeg dit toe om de saus te binden. Vis de gember eruit en voeg het vlees toe aan de saus. Zet het vuur zacht.

Breng de vleesbouillon opnieuw aan de kook en kook hierin de bami nestjes volgens de verpakking gaar. Giet af, bewaar wat van het vocht en spoel af met koud water. Breng een koekenpan op het vuur en verhit hierin een klontje boter. Kluts 2 eitjes en breng dit op smaak met wat peper en zout. Voeg de eieren toe en zet het vuur direct laag. Begin meteen met roeren zodat je een luchtig en zacht roerei krijgt. Zet het vuur na een paar minuten uit. Het ei gaart nog even verder door de warmte van de pan en moet juist lekker smeuïg blijven.

Verhit een wokpan samen met een scheutje zonnebloem olie. Fruit hierin de ui, knoflook en prei even kort aan zonder dat deze bruin kleuren. Voeg de in repen gesneden ham en bami toe en mix alles goed door elkaar. Meng alles met 1 eetlepel sesamolie en een flinke scheut sherry. Laat de sherry zachtjes inkoken en voeg indien nodig nog wat extra vocht toe (bouillon van het vlees). De bami mag niet droog zijn. Meng op het laatst het ei erdoor en breng op smaak met peper en zout.

Serveer de babi pangang met bami, een gekookt ei, zoetzuur, kroepoek en satésaus. Eetsmakelijk!